Du holde Kunst - over de liedkunst
Bewerking van een detail van het manuscript van 'An die Musik' met de woorden 'Du holde Kunst' in het handschrift van Schubert
De afgelopen weken was er een verrassend groot aanbod van masterclasses op het gebied van (o.a.) liederen. Masterclasses vormen een unieke mogelijkheid om meer inzicht te krijgen in de wereld achter de liederen, zowel qua compositie, tekst als techniek. Door de veelheid aan masters, zangers en componisten waren er ook veel verschillen te horen. Er viel vooral enorm veel te leren en te genieten.
Hoe interessant ook voor het publiek, voor de deelnemers zijn masterclasses niet altijd een onverdeeld genoegen. Berucht is de masterclasses van Schwarzkopf uit 1987 in de kleine zaal van het Concertgebouw. Koot en Bie hebben er een prachtige persiflage op gemaakt (‘fremd bin ich angezogen’). Zoals zo vaak roert de humor een gevoelig punt aan. Kritiek op een zanger kan hard aankomen. Het instrument van de zanger, de techniek en zijn of haar persoonlijkheid zijn voor ons gevoel en gehoor onlosmakelijk met elkaar verbonden en zelfs technische aanwijzingen kunnen worden ervaren als een afwijzing van de persoon. (Meer daarover in het interview met Maarten Koningsberger dat spoedig gepubliceerd zal worden.) Aan de andere kant kan geen (beginnend) zanger zonder kritiek, al was het alleen maar omdat je zelf als gevolg van botgeleiding en het proximity effect je stem anders hoort dan het publiek of de meester.
Rudolf Jansen tijdens de Schubert Stichting masterclass, naast hem Anastasia Levandoskaia,
foto (c) Dré de Man 2013
Rudolf Jansen – master bij zowel de Schubert Stichting als Vocallis – zei over de gevoeligheid voor kritiek desgevraagd drie maanden geleden dat hij die afweging ook heel bewust maakt: wel kritiek, maar niet meer dan goed voor de leerling is. Bij die afweging hoort ook het niveau en de hoeveelheid van de aanmerkingen. Bij Schwarzkopf is duidelijk te horen dat ze daar helemaal niet bij stilgestaan heeft. De hoeveelheid aanmerkingen werden door haar in een zodanig halsbrekend tempo over de zangers uitgestort dat deze er maar zelden een maat mochten uitzingen. Ondanks de zeer onsympathiek uitstraling van Schwarzkopf zou je je kunnen afvragen of ze er echt op uit was de deelnemers te kwetsen. (Dat was overigens vaak wel het effect ervan. Wolfgang Brendel, een van masters van de Wagner masterclasses, vertelde me dat één deelneemster na zo’n masterclass van Schwarzkopf zelfs zelfmoord gepleegd heeft.) Haar kritiek scheen echter vooral een uitvloeisel te zijn van haar eigen zelfkritiek. Ondanks haar reputatie, beoordeelde ze haar eigen prestatie heel kritisch. Ze was vooral bang, bang voor het oordeel van anderen, van ‘De Sabata, Karajan, Furtwängler, …Fischer-Dieskau, die naast me zong en misschien niet hield van wat ik deed.’
Bij de masters van de afgelopen weken was er niemand die ook maar een moment in de buurt kwam van het gedrag van Schwarzkopf. Wel was er een enorm verschil tussen de verschillende masters. Bayreuth-tenor Siegfried Jersusalem was, hoewel op een aardige manier, het meest gedreven. Op sommige momenten leek hij meer over te willen brengen dan een zanger kan opnemen, op andere momenten leek hij echter een zeer grote effectiviteit te bereiken. Tenor Mark Omvlee leek daarvan nog wel het meeste te profiteren. Hij nam de kritiek op een humorvolle en relaxte manier aan, maar bleek goed in staat hem in de praktijk te brengen – voor zover hij dat ook echt wilde.
Niet alleen de master moet namelijk een afweging maken, maar ook de zanger(es) of pianist(e). Die moet beoordelen in hoever hij of zij de aanwijzingen van de master opvolgt – helemaal wanneer aanwijzingen van verschillende masters met elkaar in conflict zijn. Op de borrel na afloop zei Omvlee ook dat hij nerveuzer was voor een masterclass dan voor een concert. Het publiek en zeker de agenten in de zaal beoordelen de zanger op dat wat ze op dat moment horen. De zanger daarentegen is misschien dan net bezig zijn vocale techniek aan te passen en dus minder goed dan normaal. Omvlee: ‘Tijdens een les kun je de stem vier keer laten overslaan, maar bij een masterclass niet.’ Hoe dan ook maakte Omvlee grote indruk, met name doordat zijn ciaroscura en energie die hem als Wagneriaanse held zeer geloofwaardig maakte.
Ook voor bas Dashon Burton gold dat hij – net als in de zomer 213 bij het IVC - grote indruk maakte. Daarmee doe ik veel anderen enorm tekort, want een van de opvallende kenmerken van de IVC-masterclass (zoals eigenlijk steeds bij het IVC) was dat er zoveel zeer getalenteerde zangers en zangeressen deelnamen. Ook onder meer mezzosopraan Julia Ostertag met haar prachtige donkere lage tonen, de sopranen Irene Verburg en Marcelina Beucher en mezzo Kirsten Grotius vielen mij op. Ik ben echter volstrekt niet in staat een ook maar bij benadering objectief oordeel te vellen, daarvoor heb ik te veel zangers tijdens het fotograferen met te weinig aandacht of domweg te kort kunnen beluisteren. (Sommigen ook helemaal niet, omdat ik bij de Schubert Stichting aanwezig was.) Daar komt nog bij dat een masterclass meer een momentopname is dan een concours of zelfs een concert. Wel ging het bij deze masterclasses voornamelijk – afgezien van de prachtige Wesendonck-liederen – over opera. Wat dat aangaat was Jersualem weer fascinerend, want zijn nadruk op de behandeling van de tekst en de dictie zouden bij een echte lied-masterclass niet hebben misstaan.
Dashon Burton, foto (c) Dré de Man 2013
Henk Neven zingt Der Zwerg bij de Schubert Stichting, foto (c) Dré de Man 2013
Aan het andere eind van het spectrum van masterclasses stond die van Maarten Koningsberger en Roger Braun bij Vocallis in Vaals. Hier ging het uitsluitend om liederen en de deelnemers waren geen aankomende of echte professionele zangers, maar amateurs. (Met uitzondering van tenor Jeljer ter Wies die als ICT-er werkzaam is maar tevens contractonderwijs volgt aan het conservatorium van Groningen.) Koningsberger ging zeer aardig en voorzichtig met deze deelnemers om en gaf aanwijzingen die goed aan het niveau van de zangers aangepast waren. Zijn hilarische interventies bij de uitvoering van Schumanns Die beiden Grenadieren door hotelier Brull uit Mechelen bleken deze laatste tot grote hoogte op te drijven. Koningsberger wist vooral op uiterst boeiende en aangename wijze deelnemers en publiek te informeren over de achtergrond van de liederen, met name over de betekenis van de tekst. (Een algemeen verslag over Vocallis volgt.) Bij Braun was vooral verbazingwekkend hoe hij met een paar aanwijzingen soms een stroom weinig zeggende en te hard gespeelde noten om wist et zetten in boeiende en de zangers inspirerende muziek. Braun wekte de indruk een zeer goede opvolger van Jansen te kunnen zijn, of misschien eerder een goede afwisseling op, want Jansen is ondanks zijn wat hogere leeftijd in veel opzichten nog een jeugdige docent.
Maarten Koningsberger & Roger Braun, Vocallis amateurmasterclass, foto (c) Dré de Man 2013
Dat bewees Rudolf Jansen in de masterclass samen met John Bröcheler. Bröcheler beperkte zich voornamelijk tot vocale aanwijzingen. Hij is minder bekend als master maar wist sommige zangers toch in korte tijd goed vooruit helpen. Bijzonder aardig was het om David Visser hier te horen. Een jaar geleden hoorde ik hem bij de Elly Ameling masterclass van het IVC en toen had ik het gevoel dat hij zijn techniek nog wat aanpassingen kon gebruiken. In dat jaar heeft hij – ook naar eigen zeggen – echter grote vooruitgang geboekt. Technisch was het zeer overtuigend maar daardoor kwam er ook meer ruimte voor eigen interpretatie. Er zijn veel fraai klinkende baritons maar er zijn er maar weinig die in staat zijn tot een echt persoonlijke interpretatie. Vissers ontwikkeling in dit verband maakt bijzonder nieuwsgierig naar zijn toekomst. Hij werd overigens zeer goed begeleid door Mark van Nispen en ontving de Vocallis Liedprijs 2013.
Het duo Rudolf Jansen en John Bröcheler leek wat minder goed op elkaar ingespeeld dan Robert Holl en Jansen. Bij de Schubert Stichting lieten deze laatste beide routinés horen afwisselend horen hoeveel kennis ze van het Schubert-repertoire hadden. Ook hier werd het niveau van het doceren goed aangepast aan de studenten. In eerdere masterclasses van de Schubert Stichting kwamen beiden echter meer tot hun recht. Dat kwam vooral doordat nu uitsluitend sopranen deelnamen en dan ook nog eens sopranen die toch wat meer in Strauss, dan in Schubert geïnteresseerd leken. Graag had ik Jansen en Holl met een tenor of bariton bijvoorbeeld aan Der Zwerg horen werken. Margiono had het samen met Jansen in dat aspect wat gemakkelijker, want de sopranen waren niet alleen qua stemvak maar ook door hun liefde voor Strauss zeer op hun plaats.
Marije Roos, foto (c) Dré de Man 2013
Soms hoor je een stem die bijna op een instrumentele manier werkt: alle noten komen er even gemakkelijk uit en de zanger(es) lijkt er geen enkele moeite voor te hoeven doen. Vaak zijn het echter heel lichte stemmen. Wanneer er echter meer klank en volume is, dan is dat ideaal voor een masterclass, want de master kan de zanger(es) bespelen als een instrument. Bij de Schubert Stichting werd dit geïllustreerd door Marije Roos met Strauss’ Amor. Het lied heeft een heel hoge tessitura, met veel coloratuur-achtige nootjes tussen a5 en e6. Roos zong het volkomen moeiteloos, en klonk bovendien warm en vol. Wel kon het lied hier en daar wat extra aandacht voor de inhoud van het verhaal en muzikale variatie gebruiken. Roos en pianiste Olga Grishina kon de aanwijzingen van Margiono en Jansen meteen opvolgen. Het lied dat daarvóór iets had van een indrukwekkend gezongen vocalise werd nu een virtuoos gezongen en goed verteld verhaal. (Roos studeert overigens nog aan het Utrechts conservatorium.) Ook de andere duo’s (met name Caroline Jestaedt & Anastasia Levanvskaia en Marie Perbost & Joséphine Brault) deden het overigens goed, vaak ook met veel meeslepender liederen dan het qua tekst nogal oppervlakkige Amor.Het slotconcert van de Schubert Stichting was overigens weer een mix van een leerlingen- en een masterconcert. Margiono gaf samen met Jansen een ideale demonstratie van alles wat ze daarvoor hadden gezegd in de masterclass. Zoals ze ook zelf aangaf, kan een zanger(es) in de loop van de jaren niet alleen in expressiviteit maar ook in technische zaken als adem nog sterk groeien. Dat liet ze met een opvallend frisse stem horen, daarbij optimaal ondersteund door Jansen. Wel had Margiono zich in zekere zin beperkt door wat onbekender en naar mijn smaak iets minder boeiend repertoire van Strauss te zingen.
Henk Neven had voor twee van zijn drie liederen een tegenovergestelde aanpak gekozen en maakte met Schuberts Die Forelle en Der Zwerg een enorme indruk. Met name dit laatste werk werd zo goed uitgevoerd dat de Schubert Stichting haar naamgever ook dit jaar toch nog op zeer overtuigende wijze een huldeblijk bracht. De Schubert Stichting overweegt overigens een nieuwe aanpak voor de masterclass van 2015, maar verdere bijzonderheden zijn daarover nu nog niet over bekend. Ik ben er zeer benieuwd naar, want Schubert is als liedcomponist zo belangrijk dat de Schubert Stichting een veel grotere plaats in ons muziekleven verdient dan zij nu inneemt.
Wat me het meest bijgebleven is van al deze masterclasses, speelde zich echter niet af bij Schubert en de gelijknamige stichting, maar bij Vocallis en Schumann. In diens Frauenliebe und Leben vroeg Jansen aan de pianiste naar de belangrijkste noot in een maat van Du Ring an meinem Finger. Dat bleek uiteindelijk net de noot zijn die onder het woord Ring stond. Het was zo’n eenvoudig maar toch verbazingwekkend detail dat goed aangaf hoezeer noten en tekst, maar ook pianist en zanger pas in de combinatie echt tot hun recht komen – juist dat is mijns inziens het wezen van het lied.
(Dré de Man)
____________________________________________________________
Een aparte beschrijving van Vocallis met recensies van de concerten ldaar, volgt in de komende dagen, net als een interview dat ik met Maarten Koninsgberger gehouden heb
Concertrecensies - CD-recensies - Masterclassbesprekingen - Interviews - Concertagenda - Masterclassagenda - Audio, HiFi en gadgets - Componisten - Werken - Links - Over de liedkunst - Over het Duitse van de romantiek - Over romantiek en ironie - Over deze site - Reizen en cursussen - Zangers - Pianisten - Zangdocenten
(Dit menu zal in de loop van de komende weken veranderd worden in tabs, ook de rechterkolom wordt aangepast)
Du holde Kunst is een nieuwe site over de liedkunst, vocalisten en aanverwante zaken. Op dit moment is het nog een privé-initiatief van Dré de Man maar besprekingen met partners zijn in een vergevorderd stadium. Concertaankondigingen, medelingen en advertentieverzoeken en dergelijke graag naar dre@duholdekunst.com